Adviseur zijn is in de praktijk vaak een solistisch beroep. En de keren dat ik in contact kwam met andere adviseurs werd dat vaak een ‘battle of the strongest’. Waar adviseurs samenkomen vindt namelijk al snel een meting plaats tussen wie ‘t snelste, ‘t slimste en dus ‘t belangrijkste is. Aftroeven en snoeverij.
Ben ik de enige die dat zo beleeft? Ik vraag het om me heen, vrouwen zijn er gevoeliger voor dan mannen, blijkt. En tegelijk, ik weet dat ikzelf een behoorlijk ‘machts-programma’ kan hebben , daardoor deel ben van deze dynamiek en mijn eigen handen dus niet in onschuld kan wassen.
‘Hoe staat het met jouw agenda?’, ‘Beter dan ooit, lekker druk!’ Bij weinigen krijg ik er echt zicht op en mijzelf laat ik ook niet snel in de kaart kijken. De meesten laten niet zien dat ze, net als ik, wel eens worstelen met de angst ‘hoe hou ik genoeg werk en voldoende verdiensten?’. Adviseurs houden zich graag groot.
Eigenlijk wil ik er wel vanaf, van dat groot houden. En dan vooral omdat het in mijn optiek mooie samenwerking in de weg staat. Want waar we echt samen werken ontstaan de beste resultaten.
Samenwerken met collega’s, die een andere kwaliteit of zelfs een ander vak hebben, die anders zijn dan ik, dat is altijd even wennen (meer van hetzelfde is makkelijker en snel gezelliger). Maar als ik die horde neem en de samenwerking wel zoek, ontstaan resultaten die beter zijn;
De financiele interimmer en ik maken de onderwijsorganisatie leaner en leuker
- De techneut en ik maken de high-potential leergang bruikbaarder en waardevoller
- De schrijver en ik maken het artikel aantrekkelijker en beter
- De timmerman en ik maken de vergadertafel praktischer en mooier
- De andere adviseur en ik maken het opleidingsprogramma rijker en effectiever